1. Bijzinnen met "voor-PV"
In bepaalde bijzinnen staat de PV vooraan.
Vandaar dat deze bijzinnen "bijzinnen met voor-PV" worden genoemd.
de PV staat soms helemaal vooraan : hij is dan het eerste element van de bijzin;
soms is de PV echter het tweede element;
soms zelfs het derde.
Wegens de specifieke plaats van de PV in deze bijzinnen spreekt men van "speciale bijzinnen".

1.1. Bijzinnen van veronderstelling en voorwaarde zonder voegwoord (de PV is het eerste element van die bijzinnen).
Vergelijk de a- en b-zinnen hieronder:
(1a) Voel je je ziek, dan moet je thuis blijven.
(1b) Als je je ziek voelt, (dan) moet je thuis blijven.

(2a) Regent het morgen, dan blijven we thuis.
(2b) Als het morgen regent, (dan) blijven we thuis.

(3a) Willen ze niet van standpunt veranderen, dan gaan we in staking.
(3b) Als ze niet van standpunt willen veranderen, (dan) gaan we in staking.

Opmerkingen
Het woordje 'dan' is in de b-zinnen weglaatbaar [Zie: J. van der Horst & K. van der Horst (20002), Geschiedenis van het Nederlands in de twintigste eeuw, Sdu Uitgevers, Den Haag, pp. 254 e.v.]: "De praktijk wil dat we in schrijftaal het woordje 'dan' liefst vermijden. In spreektaal is het gebruik ervan heel gewoon en wordt het niet afgekeurd, maar bij het schrijven doen we dat liever niet".
(1b) Als je je ziek voelt, dan moet je thuis blijven.
(1d) Als je je ziek voelt, moet je thuis blijven.

(2b) Als het morgen regent, dan blijven we thuis.
(2d) Als het morgen regent, blijven we thuis.

(3b) Als ze niet van standpunt willen veranderen, dan gaan we in staking.
(3d) Als ze niet van standpunt willen veranderen, gaan we in staking.

Na voorwaardelijke bijzinnen met voor-PV (de a-zinnen) blijft het gebruik van 'dan' correct, maar het is niet meer verplicht: er is nl. een verandering aan de gang die steeds meer terrein wint. Volgens de enen (zie de ANS, 1997) worden de c-zinnen hieronder nog als informeel ervaren, volgens anderen (zie J. van der Horst & K. van der Horst hierboven, p. 259) is "weglating van dan (…) zeer zeker niet meer beperkt tot informele taal, reclame of weinig verzorgd taalgebruik".
(1a) Voel je je ziek, dan moet je thuis blijven.
(1c) Voel je je ziek, moet je thuis blijven.

(2a) Regent het morgen, dan blijven we thuis.
(2c) Regent het morgen, blijven we thuis.

(3a) Willen ze niet van standpunt veranderen, dan gaan we in staking.
(3c) Willen ze niet van standpunt veranderen, gaan we in staking.

1.2. Toegevende (concessieve) bijzinnen die NIET met 'hoewel' of 'alhoewel' en 'ofschoon' beginnen.
De bijzinnen van toegeving (concessieve bijzinnen) staan in de aanloop (zie hoofdstuk 10) en hebben een specifieke verbale distributie, met uitzondering van de bijzinnen van toegeving die met alhoewel, hoewel of ofschoon beginnen.
Deze laatste kennen inderdaad de 'normale' bijzinsstructuur met achter-PV:
(4) Hoewel / Alhoewel / Ofschoon het pas maart is, begint het gras al te groeien.
(5) Hoewel / Alhoewel / Ofschoon ze heel rijk is, is ze niet gelukkig.
(6) Hij is geslaagd alhoewel / hoewel / ofschoon hij niet veel gestudeerd heeft.

Vergelijk echter met de andere soorten bijzinnen:
1.2.1. toegevende bijzinnen zonder voegwoord
(7) Viel de reis wat tegen [ Ø], achteraf hebben we toch veel plezier gehad.
(8) Was de reclame groot [ Ø], toch bleef het succes maar klein.

1.2.2. toegevende zinnen die met al , ook al en zelfs al beginnen
(9a) Al gaat het hem niet altijd voor de wind [ Ø], hij verliest nooit de moed.
(10a) Ook al ben je ziek [ Ø] , je moet toch komen.
(11a) (Ook) al roept ze nog zo hard [ Ø], niemand kan haar horen.
(12a) Ook al ben je wereldberoemd, in Nederland moet je op je beurt wachten.
  Opmerking :
Volgens J. van der Horst & K. van der Horst (id, p. 264-265) doet ook in deze gevallen een nieuw patroon zijn intrede, zodat beide volgordes vandaag correct zijn (in de a-zinnen hierboven staan de toegevende zinnen in de aanloop, in de b-zinnen hieronder in het eerste stuk):
(9b) Al gaat het hem niet altijd voor de wind [ Ø], verliest hij nooit de moed.
(10b) Ook al ben je ziek [ Ø] , moet je toch komen.
(11b) (Ook) al roept ze nog zo hard [ Ø], kan niemand haar horen.
(12b) Ook al ben je wereldberoemd, moet je in Nederland op je beurt wachten.

1.2.3. bijzinnen van toegeving zonder voegwoord, maar waarin het werkwoord een modaliteit uitdrukt of waarin de modale uitdrukking "dan ook" staat. Deze bijzinnen worden gebouwd als hoofdzinnen
(13) Hij kan vertellen wat hij wil, we zullen hem toch niet geloven.
(14) De metro mag dan ook beschouwd worden als één van de verworvenheden van deze tijd, met de metro rijden is een zeer ongezonde bezigheid.

1.3. Bijzinnen van toegeving met als i.p.v. alsof .
(15a) Ze verkwistten maar als kon er geen eind aan hun fortuin komen.
(15b) Ze verkwistten maar alsof er geen eind aan hun fortuin kon komen.

(16a) Ze bleef praten als wist ze er alles van.
(16b) Ze bleef praten alsof ze er alles van wist.

1.4. Restrictieve of negatieve bijzinnen met of als voegwoord. In de hoofdzin staat een negatie of een restrictie.
(17) Hij gaat nooit uit, of ze vergezelt hem.
(18) Het scheelde weinig of ze kocht een nieuwe auto.
(19) Het scheelde maar een haar of ze was dood.
(20) Het scheelde geen haar of hij had zich in zijn hand gesneden.

1.5. Conditionele bijzinnen als het onderschikkend voegwoord als of indien niet herhaald wordt.
(21a) Als je auto niet meer rijdt, en je man kan je niet helpen, moet je naar een garage.
(21b) Als je auto niet meer rijdt, en als je man je niet kan helpen, moet je naar een garage.

(22a) Als je hiermee klaar bent, en je hebt nog wat tijd over, zou je dit dan voor me willen inpakken?
(22b) Als je hiermee klaar bent, en als je nog wat tijd over hebt, zou je dit dan voor me willen inpakken?

2. Bijzinnen die in de aanloop of in het eerste stuk staan
2.1. Bijzinnen van veronderstelling en voorwaarde zonder voegwoord
(23a) Voel je je ziek, dan moet je thuis blijven.
(23b) Voel je je ziek, moet je thuis blijven.

(24a) Regent het morgen, dan blijven we thuis.
(24b) Regent het morgen, blijven we thuis.

(25a) Willen ze niet van standpunt veranderen, dan gaan we in staking.
(25b) Willen ze niet van standpunt veranderen, gaan we in staking.

2.2. Toegevende zinnen die met al, ook al en zelfs al beginnen
Deze bijzinnen staan in de aanloop (a-zinnen) of in het eerste stuk (b-zinnen).
(29a) Al gaat het hem niet altijd voor de wind, hij verliest nooit de moed.
(30a) Ook al ben je ziek, je moet toch komen.
(31a) (Ook) al roept ze nog zo hard, niemand kan haar horen.
(32a) Ook al ben je wereldberoemd, in Nederland moet je op je beurt wachten.

(29b) Al gaat het hem niet altijd voor de wind, verliest hij nooit de moed.
(30b) Ook al ben je ziek, moet je toch komen.
(31b) (Ook) al roept ze nog zo hard, kan niemand haar horen.
(32b) Ook al ben je wereldberoemd, moet je in Nederland op je beurt wachten.

3. Bijzinnen die in de aanloop staan
3.1. Tweeledige "of-bijzinnen" met concessieve betekenis
(33) Of je wilt of niet, je moet naar school.
(34) Of ze wil of niet, ze zal meekomen.

3.2. Een aantal bijzinnen van toegeving (restrictie), nl.
3.2.1. toegevende zinnen zonder voegwoord
(35) Viel de reis wat tegen, achteraf hebben we toch veel plezier gehad.
3.2.2. toegevende zinnen met [vraagwoord + ook]
(36) Wat hij ook beweert, hij heeft het niet gedaan.
(37) Hoe laat je ook komt, ze blijft altijd heel vriendelijk.
(38) Hoe het dan ook zij, deze fiets blijft hier staan.
(39) Wie je ook bent, je moet in de rij gaan staan.

4. Voegwoordcombinaties : "hoe + comp., hoe + comp. / des te + comp."
Bij "hoe + comparatief (…), hoe + comparatief (…)" is de eerste zin een bijzin en de tweede een "rompzin".
Deze rompzin heeft bij voorkeur een achter-PV (zie de a-zinnen), maar een voor-PV komt ook voor (vergelijk de a-zinnen met de b-zinnen).
(21a) Hoe meer ervaring je hebt, hoe voorzichtiger je wordt.
(21b) Hoe meer ervaring je hebt, hoe voorzichtiger word je.

(22a) Hoe ouder hij werd, hoe gieriger hij ook werd.
(22b) Hoe ouder hij werd, hoe gieriger werd hij ook .

(23a) Hoe langer ik erover denk, hoe dwazer de hele onderneming me voorkomt.
(23b) Hoe langer ik erover denk, hoe dwazer komt de hele onderneming me voor.

Na "hoe + comparatief (…), des te + comparatief" heeft de rompzin bij voorkeur een voor-PV, maar een achter-PV komt ook voor.
(21a) Hoe meer ervaring je hebt, des te voorzichtiger word je.
(21b) Hoe meer ervaring je hebt, des te voorzichtiger je wordt.

(22a) Hoe ouder hij werd, des te gieriger werd hij ook.
(22b) Hoe ouder hij werd, des te gieriger hij ook werd.

(23a) Hoe langer ik erover denk, des te dwazer komt de hele onderneming me voor.
(23b) Hoe langer ik erover denk, des te dwazer de hele onderneming me voorkomt.



Twee vaste polen | Formele afbakening | Structuur van de bijzin | Vijftien werkwoorden | Het derde stuk | Het middenstuk |
Voornaamwoordelijke bijwoorden | Directe infinitief | De negatie | Aanloop en uitloop | Speciale zinsbouwen


o.l.v. Prof. dr. Pierre GODIN <Pierre Godin>
Website Manager: Marc PIWNIK <Marc Piwnik> - Last Modified: 10 JUN 2018
© UCL – www.gramlink.com – 1999-2018