DE BELGISCHE MEDISCHE GEMEENSCHAP VERLIEST HAAR OUDSTEBOEGBEELD:
PROF. DR. ALBERT BARON LACQUET


Op 99jarige leeftijd overleed op zaterdag 6 december jl. Prof. A. Lacquet, de vader van de Vlaamse chirurgie en grondlegger van het organisatiesysteem van de Belgische specialistische geneeskunde en van het opleidings- en erkenningsstelsel van geneesheren-specialisten.

Albert Lacquet promoveerde te Leuven tot arts in 1928, specialiseerde zich in de heelkunde bij Prof. Debaisieux, was C.R.B.-fellow bij Prof. Mann in de Mayo-clinic (USA) en vervolmaakte zich o.m. bij Leriche in Straatsburg en Zaaijer (1931) -voor longchirugie- in Leiden. Hij werd Kliniekhoofd Heelkunde in het St-Pietersziekenhuis te Leuven in 1931, Hoogleraar in 1936 en was Diensthoofd-Directeur Heelkunde van St-Rafa‘l te Leuven van 1953 tot 1975.

Gelijklopend met deze klinische loopbaan verwezenlijkte Prof. Lacquet een schitterende carrière als boegbeeld van de Vlaamse Chirurgie en Geneeskunde.

In 1938 staat hij inderdaad aan de wieg van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Geneeskunde van België en wordt er "voorlopig" secretaris van. Later zal hij vast secretaris worden en dit blijven gedurende meer dan een halve eeuw (56 jaar tot in 1994, en vervolgens Ere-Vast Secretaris).

Menige andere verantwoordelijkheden werden hem toevertrouwd : Nationaal Ondervoorzitter van het Rode Kruis, lid en Voorzittervan de Raad van de Orde van Brabant (1976-'79-'82), Onder Voorzittervan de Belgische Vereniging van Ziekenhuizen (van 1947 tot '73) ,Secretaris (1975) en Voorzitter (van 1982 tot 1986) van de Sectie Chirurgievan de UEMS. Ook daar drukte hij zijn stempel op het gebeuren, in zoverhij de nog altijd gehanteerde voorwaarden voor het erkennen van een nieuwe specialiteit concipieerde en formuleerde : (1) de beoogde disciplinemoet als exclusieve specialistische praktijk uitgeoefend worden ; (2) hetaantal dezer specialisten moet groot genoeg zijn om erkenningsinstantieste vormen en (3) er moeten voldoende stagediensten zijn voor opleiding.Vermelden we nog zijn Voorzitterschap van het Belgisch Genootschap VoorHeelkunde (1971), van het Belgisch Congres Voor Heelkunde (1977),van het Frans Congres voor Chirurgie, evenals zijn titel, naastzovele andere, van Honorary Fellow van The American College of Surgeons.

In 1977 wordt hij geadeld met de titel van Baronen koos hij als leuze : Scientia et Arte !

Nadat het Verbond van Belgische Geneesheren-Specialisten sinds 1949 aanvaardingsjury's voor elke specialiteit had laten functioneren, werd Prof. Lacquet, reeds in 1958, Ondervoorzitter van de Commissie vanBeroep, waarvan Dr. J. Goossens, Secretaris-Generaal van het departement Volksgezondheid, Voorzitter was. Erkenningscriteria werden toen voor het eerst geformuleerd en uitgevaardigd bij M.B. van 24 mei 1958.

Sinds 1971, voornamelijk onder het impuls van Prof. Lacquet, in samenwerking met Prof. Halter, Secretaris-Generaal van het departement Volksgezondheid sinds 1969, werd een grondige vernieuwing van het Belgisch opleidings-en erkenningssysteem via een K.B. van 18 oktober 1971 ingevoerd.

Citaat van wijlen Professor Piet De Schouwer ere-secretaris-generaal van het Ministerie van Volksgezondheid: "De belangrijkste taak die Prof. Lacquet eigenmachtig op zich heeft genomen is ongetwijfeld de opleiding vanonze geneesheren-specialitstenen huisartsen. Hij is in deze materie niet alleende Voorzitter van de Vlaamse afdeling van de Hoge Raad; hij is de onbetwistbaregezaghebbende specialist, want persoonlijk betrokken bij het uitwerken, metalle betrokken beroepsgroepen, onder de leiding van de Secretarissen-Generaal Dr. Goossens en Dr. Halter, van alle wettelijke teksten terzake in beide landstalen."

Diegenen die met de persoon van Professor Lacquet enigzins vertrouwd geweest zijn, kunnen het profiel van de persoon schetsen : (1) een onverdroten aanwezigheid, assiduiteit, beschikbaarheid; (2) een onovertroffen werkkracht, wellicht nog meer in het licht van zijn bureaulamp thuis dan achter de voorzitterstafel; (3) een fundamentele - waarschijnlijk onvervangbare - kennis van de regels van het spel, om de voor de hand liggende reden dat hij een bijzonder aandeel had in het opstellen ervan; (4) een fenomenale dossierkennis; (5) een voortreffelijke analyse en synthesecapaciteit; (6) een diplomatische soepelheid, niet onmiddelijk apparent onder de vastberaden strenge gedraging, en tenslotte (7) een realistische evaluatie van het haalbare, met het behoud van een degelijke dosis redelijkheid.

Dat iemand, zonder politicus te zijn, zonder tot de ministeriële administratie te behoren, of lid te zijn van een ministerieel kabinet, een dergelijke invloed heeft kunnen uitoefenen op het tot stand brengen en op de implementering van onze opleidingscriteria, mag als een unicum beschouwd worden, en zou een incentief moeten zijn voor de overheid om vaker overleg te plegen met de frontfiguren van de sector.

Zijn primum movens in zijn carrière als medicuswas "Plicht". Daarom trok hij van leer tegen de nefaste effecten van hetongebreideld laten aangroeien van het aantal geneesheren-specialisten. In1978 - 25 jaar geleden, 6 jaar na de invoering van de numerus clausus inNederland - waarschuwde hij : "Niet door hun massa, niet door hun aantal, kunnen geneeskundige specialisten hun beroep in aanzien doen stijgen. Wel integendeel. Plethora heeft steeds nadelige gevolgen gehad en kan enkelleiden tot naijver, broodnijd, oneerlijke concurrentie, vernederende werkvoorwaarden en werkloosheid." (Kwantiteit of kwaliteit van Geneesheren-specialisten; Statuut van de Ziekenhuisarts, VBS-nieuws n¡ 3, maart 1978). Kortom, een chirurg of ander specialist die er niet in slaagt de nodige ervaring te onderhouden wordt een slecht chirurg.

In 1993 schreef Prof. Lacquet in een nota van de Hoge Raad (Bedenkingen bij de erkenning van Stagemeesters en Stagediensten) : "Alle Europese landen waarschuwen voor het gevaar van de plethora van specialisten, meer bepaald van chirurgen, wier ledigheid uiterst nadelig kanzijn voor de patiënt die toevallig in hun handen valt."

Zijn leitmotiv was professionalisme. Over de opleiding van de specialist schreef hij : "Het is niet de bedoeling een academisch onderwijs te verstrekken of een speciale doctorstitel te verlenen na een persoonlijk hoogstaand klinisch of experimenteel onderzoek, maar een bepaalde professionele vorming te verschaffen, gestoeld op ruime ervaring, op diepgaande kennis en op kritisch wetenschappelijk inzicht." Opleiding is training, het onderhouden van ervaring en vaardigheden, het onderling evalueren, en permanente navorming.

Het baart dan ook geen verwondering dat deze Deus ex-machina van het specialistisch opleidingssysteem zich steeds bekommerd heeft om een harmonisch evenwicht tussen het Beroep en de Academische instanties, zoals trouwens overal in de "rationele" landen van de Europese Gemeenschap. Een verstoring van dit evenwicht zou ongetwijfeld door de professionele gemeenschap uitermate bitter ervaren worden, omdat het zo essentieel is voor de medische beroepsuitoefening.

Alleen toen Prof. Lacquet bij zijn Emeritaatsviering verklaarde : "Het leven van een mens kent verscheidene mijlpalen die de weg als het ware afbakenen, het emeritaat is wel één der laatste,het einde van een levenstaak, het begin van de eindfase." (12-6-1976), hadhij het niet bij het rechte eind. Van in 1975 tot juni 1998 (toen hij aftradals Voorzitter van de Nederlandstalige Kamer van de Hoge Raad voor Geneesheren-Specialisten en Huiartsen), heeft hij zijn levenstaak bijzonder productief doorgezet.

Prof. Lacquet is ongetwijfeld een van de markantste figuren die doorheen de tweede helft van de voorbije eeuw zijn stempel heeft doorgedrukt op de kwaliteit van de Belgische gezondheidszorg. Het VBS ziet in hem de pionier en gangmaker van concepten en waarden die in de hedendaagse wereld moeten bewaard en verdedigd worden. Omdat ze een onmisbare voedingsbodem vormen voor de geneeskunde van morgen.

Het heengaan van Professor Albert Lacquet betekent niet alleen het verdwijnen van een bijzonder vooraanstaande personaliteit uit de medisch-chirurgische wereld, maar sluit om zo te zeggen een tijdperk af. Zijn grote verdienste zal de bewerkstelliging blijven van het Belgische opleidingssysteem. Hij was tevens een van de figuren die zich solidair opstelde met de beroepsgemeenschap en zijn aanmoedigingen aan de protagonisten van de beroepsverdediging niet spaarde. Zijn morele steun voor de inspanningen van het VBS zal zeer gemist worden.



Prof. Dr Jacques Gruwez,
Voorzitter