PDF Versie

 

*      Het reflexief (wederkerend) pronomen mag niet verward worden met het wederkerig voornaamwoord.

 

We

ontmoeten

elkaar

om de 14 dagen

.

Ze

zien

af en toe

We

helpen

regelmatig

Ze

kennen

al jaren

 

*        Het Nederlands maakt een duidelijk onderscheid tussen een wederkerig (reciproque) voornaamwoord en een wederkerend (reflexief) voornaamwoord.

 

*        “Per definitie”  komt het wederkerig voornaamwoord alleen voor als het onderwerp in het meervoud staat.

 

*        Vergelijk:

 

*        (1) Jan verdedigt zich.

 

*        (2) Peter verdedigt zich.

 

*        (3) Jan en Peter verdedigen zich.

 

*        (4) Jan en Peter verdedigen elkaar (Jan verdedigt Peter en Peter verdedigt Jan).

 

*        (5) Op straat groeten de mensen elkaar steeds minder vaak. Vindt u dat ook ?

 

*        (6) Ze praten heel graag met elkaar.

 

*        (7) In mijn ogen  impliceert liefde eerst en vooral  respect hebben voor elkaar, maar ook : elkaar mogen en kunnen vertrouwen, geduld en begrip opbrengen voor elkaar en natuurlijk elkaar graag zien.

 

*        Naast “elkaar” wordt ook het informeler “mekaar” gebruikt.

 

*        (8) We hebben elkaar /mekaar op het net leren kennen.

 

*        (9) Ze hebben elkaar / mekaar  bij kennissen ontmoet.

 

*        (10) Waar hebben jullie het geluk gehad mekaar te leren kennen ?

 

 

 

*        Let verder nog op het gebruik van het wederkerig voornaamwoorden in specifieke gevallen, in het bijzonder met voorzetsels :

 

*        (11) Ze liepen achter elkaar toen ze aangereden werden.

 

*        (12) Na de tegenvallende parlementsverkiezingen van zondag heeft de Franse president dinsdag zijn kabinet door elkaar geschud.

 

*        (13) Het is tussen mijn broertje en mij allemaal dik voor elkaar gekomen hoor. We zien elkaar regelmatig en kunnen het nu prima met elkaar vinden.

 

*        (14) Dinsdagavond is een lerares in haar school in Schaarbeek in elkaar geslagen door een jongere met wie ze eerder op de dag een conflict had gehad.

 

*        (15) Ik heb me laten vertellen dat François en Ségolène uit elkaar willen gaan. Na dertig jaar samen te hebben geleefd. Droevig, niet ?

 

*        (16) Ik heb net een boekenkast gekocht, maar die moet in elkaar worden gezet. Ik kan het niet. Wie doet dat voor mij ?

 

*        (17) De twee koplopers waren aan elkaar gewaagd. Ook in de spurt. Uiteindelijk kon zelfs de finishfoto niet uitmaken wie als eerste over de streep was gekomen.

 

*        (18) In een lagere school in Heusden is gisteren een zevenjarig meisje in elkaar gezakt tijdens de turnles. Dank zij de snelle interventie van de hulpdiensten kon het kind gered worden.

 

*        (19) Voor de bezoekende Tanzaniaanse vrouwen was het verblijf in ons land een echte cultuurschok. ,,Nooit eerder waren we buiten Tanzania”, vertrouwden ze ons toe; “jullie hebben hier bijna geen plaats. Jullie wonen allemaal zo dicht op elkaar ! Hoe houden jullie het vol ?”

 

*        (20) Er wordt wel eens beweerd – vooral door mannen - dat vrouwen onder elkaar onmeedogenloos zijn; gelooft u dat ook ?

 



Menu Basismorfologie | Het werkwoord | Het Substantief | Het Adjectief | Het Pronomen | Het voornaamwoordelijk bijwoord

Responsable Gramlink: Prof. Dr. Pierre GODIN <Pierre Godin>
Website Manager: Marc PIWNIK <Marc Piwnik> - Last Modified: 10 JUN 2018
© UCL – www.gramlink.com – 1999-2018